In augustus 2018 kreeg journalist Sally Hayden plots een messengerbericht uit Libië. 'Hoi zus Sally, we hebben je hulp nodig', schreef een man. 'Zitten in erge toestand in Libische gevangenis. Als je tijd hebt, vertel ik het hele verhaal.' Hayden zette haar Netflix-serie uit en begon met de man en zijn lotgenoten te chatten. Ze vertelden haar de ene gruwel na de andere, over marteling, verkrachting en ongekende wreedheden. Ze vertelden over het rauwe racisme van de Libiërs, over de splijtende angst en wanhoop. Over hun beeld van Europa, dat als een fata morgana trilde in de zon, aan de overkant van de Middellandse Zee.
Het werd het begin van een queeste voor Hayden. Wie migratie al een tijdje volgt, zoals ik, herinnert zich haar tweets van die zomer vijf jaar geleden. Hayden beet zich vast in de thematiek van de Libische detentiecentra tijdens de opflakkerende burgeroorlog. Haar berichten over migranten die beschoten werden en bommen hoorden, gingen viraal. Haydens tweets leidden zelfs rechtstreeks tot een evacuatie met bussen door de Verenigde Naties, die mensenlevens heeft gered.
Het was zo'n bepalende ervaring voor de Ierse journaliste, dat ze Libië niet meer kon loslaten. In de jaren die volgden schreef ze tientallen reportages en dook ze, vanuit haar flat in Londen, in de structuren die de beestachtige Libische kampen mogelijk maken.
Daarover gaat En de vierde keer zonken we . Terecht kreeg Hayden er de Orwell-prijs voor. Nergens anders lees je zo'n geëngageerde en furieuze aanklacht tegen de onmenselijkheid die migranten in Libië moeten ondergaan. Hayden sprak honderden slachtoffers en schrijft over hun emoties alsof ze erbij was. Heel sterk is hoe ze haar teksten onderbreekt met berichten van de migranten zelf. Ze lijken de lezer rechtstreeks aan te spreken en grijpen naar de keel, zo rauw en ongefilterd dat je het boek soms opzij moet leggen.
Vooral het verhaal van de jonge vluchteling Essey ontroert. Hayden sprak duidelijk uren en uren met de jonge man uit Eritrea. Ze vertelt levendig over zijn tocht door de woestijn in Soedan (waar Hayden wel ter plaatse verslag deed), over zijn mislukte pogingen om Europa te bereiken. Over de Libische kustwacht die hem tegenhield, terugbracht en uitleverde aan een smokkelbende die losgeld eiste.
Altaar
En Hayden vertelt over mooie dingen. Ze beschrijft hoe migranten verliefd worden als hun bewakers even niet kijken. Hoe ze met modder bakstenen maken en een altaar metsen in de gevangenis, om met Pasen te bidden. En hoe ze, als ze in een bootje richting Europa stappen, de telefoonnummers van familieleden op hun kleren stiften. Voor het geval ze dood worden teruggevonden en niet meer herkenbaar zijn.
Hayden was zeker niet de eerste om over de Libische detentiecentra te schrijven. Ruim een jaar voor ze in 2018 'ontdekte dat op dat moment zo'n zesduizend mensen voor onbepaalde tijd vastzaten', onthulde De Standaard dat Italië een geheime deal had gesloten met Libische smokkelmilities. Datzelfde jaar won de Duitse journalist Michael Obert de Europese persprijs voor 'Die Menschenfänger', een reportage in Libië over smokkelaar Al Bija, die heerste over de beruchte detentiecentra.
Toch voegt Hayden iets fundamenteels toe. Vooral met haar vlammende j'accuse tegen het cynisme van de internationale gemeenschap. Hoe absurd is het, vraagt ze zich terecht af, dat Europa dezelfde kustwacht financiert die migranten later tegen betaling naar Italië stuurt? Ik heb nergens anders een betere beschrijving gelezen van het piramidespel dat de Libische kustwacht speelt (met ons belastinggeld). Deze zogenaamde grensbewakers werken samen met smokkelaars en beulen. Zoals Hayden het beschrijft is het een vorm van ongeremde slechtheid, waar geen zinnig mens begrip voor kan hebben.
Maar juist in die morele helderheid schuilt ook de zwakte van dit boek. Migratie is geen eenvoudig verhaal van slachtoffers en daders. Terwijl ik de laatste pagina's van Haydens boek lees, zit ik als reporter op een schip van Artsen Zonder Grenzen, dat op weg is naar de zee boven Libië. Ik weet hoe het is om migranten en vluchtelingen in de ogen te kijken. Ik ken hun verhalen over Libische wreedheden. Over enkele dagen zal ik geredde migranten opnieuw horen vertellen over hoe ze verkracht werden, gemarteld en lotgenoten zagen sterven. Daar empathie voor opbrengen is niet moeilijk. Het is een natuurlijke reflex. Het onrecht dat ze beschrijven is zo stuitend dat het onkies lijkt om daarvan uit te zoomen.
Haydens eenzijdige focus op slachtofferschap heeft een perverse bijwerking. Ze maakt vluchtelingen en migranten tot martelaars en engelen. Nergens in alle levensverhalen is ook maar een spoor van een rafelrand te bespeuren. Terwijl, om de Sloveense filosoof Slavoj Žižek te parafraseren, vluchtelingen ook klootzakken kunnen zijn. Door een beeld te schetsen van migranten als brandschone schepsels die alleen het lijdend voorwerp zijn van Europese onderdrukking, zadel je hen op met onheuse verwachtingen. Wat als die mensen in Europa aankomen en het allemaal niet zo vlot loopt? Hoe kan dat als het allemaal engelen waren?
Goed en kwaad
Nee, migranten zijn mensen. Ze nemen domme beslissingen, en slimme. Het is perfect te begrijpen dat een jongen uit de middenklasse van Sierra Leone verlangt naar een beter leven in Europa. Daar een parfum van oorlogsleed aan toevoegen door uit te weiden over een burgeroorlog die al twintig jaar voorbij is - zoals Hayden doet - schetst een onjuist beeld. Economische migratie is een natuurlijk verschijnsel, maar het asielsysteem is daar geen geschikt instrument voor. Dat los je niet op met creatieve storytelling.
Waar zijn de verhalen die onze denkbeelden uitdagen, die verder gaan dan een binair beeld van goed en kwaad? Tijdens mijn reizen langs vluchtelingenroutes sprak ik talloze jongens met lichtzinnige dromen. Wat te denken van een West-Afrikaanse tiener die zijn leven riskeert in de Sahara, Libië en de Middellandse Zee in de ijdele hoop profvoetballer te worden bij Chelsea City? Ik heb hem ontmoet. Hij wilde de Gambiaanse Eden Hazard worden.
Zo'n dromers zijn overal langs de migratieroutes. Ook Hayden heeft ze zeker gesproken. En toch lees je zelden over hen, omdat hun verhalen met moeilijke vragen gepaard gaan. Kan het dat een migrant in Libië een domme beslissing heeft genomen, dat hij beter thuis was gebleven? Die ambiguïteit, zo eigen aan de menselijke conditie, vind je bij Hayden niet terug.
Vertaald door H. Van Riemsdijk, Nieuw Amsterdam, 464 blz., € 34,99.
Verberg tekst